top of page

Vispannetje met witloof en venkel

250 gr schelvis filet 250 gr zalmfilet 6 St. Jacobsvruchten 150 gr gekookte mosselen 100 gr garnalen 250 ml visfond uit een glazen potje 1/2 l magere verse melk 1 flinke klont boter 3 el bloem 100 gr gemalen kaas sap van 1,5 limoen een scheut olijfolie 1 venkel in slierten gesneden 6 stukken witloof grof gesneden, de kern en de buitenste bladeren gooi je weg 1 teentje knoflook geperst een scheutje Ricard of Pernod peper en zout naar smaak

Verwarm de visfond samen met de melk tegen het kookpunt. Snij de visfilets in hapklare porties, niet te klein. Pocheer de stukken vis en St. Jacobsvruchten in de visfond met melk ongeveer 2 minuten, schep de stukken eruit en zet even opzij. Doe de gekookte mosselen bij de vis.

Maak een bechamelsaus met boter, bloem en het visfond-melkmengsel. Kruid met peper en zout. Hier geen nootmuskaat toevoegen, dat past niet bij vis. Voeg sap van limoen toe en proef, de saus mag een frisse zurige smaak hebben. Giet de saus over de vis in een vuurvaste schotel. Strooi er wat gemalen kaas over en enkele klontjes boter, zet in een voorverwarmde oven op 200 °C gedurende 15 min. de laatste 5 minuten laat je het even gratineren. Voeg de garnalen pas toe op het einde vlak voor het serveren. Terwijl de vis in de oven zit bak je de venkel en witloofstukken met de look in wat boter en een beetje olijfolie. Als de groenten bijna gaar zijn giet je een scheutje Ricard toe en laat de alcohol verdampen. Kruid met peper en zout.

Serveer met de vis met groenten en aardappelpuree.

bottom of page